Tips voor de goede werking van een ventilator
Tips voor de goede werking van een ventilator
Deel 1: Aandachtspunten bij een functionerende ventilator
Een probleem met een ventilator of stilstand ervan kan grote gevolgen hebben. Stilstand van een ventilator leidt bijna altijd tot omstandigheden waarin de productiviteit van medewerkers en/of de productkwaliteit daalt.
Bij een werkende ventilator kan er aan de hand van het geluid en de trillingen nagegaan worden of er iets aan schort. Dit is natuurlijk geen garantie op een perfect werkende machine maar eerder een manier om snel na te gaan waar het probleem eventueel zou kunnen liggen.
Maakt de ventilator een ander geluid?
Hiervoor is enige ervaring nodig, want ook perfect draaiende machines kunnen aardig wat herrie maken. Maar een technieker die de ventilator kent, is makkelijker in staat om een verschil in geproduceerd geluid op te merken, wat kan duiden op een veranderde situatie.
Mechanische geluiden horen niet bij een goed werkende ventilator. Schurende, piepende en/of ratelende geluiden komen normaal niet voor als het systeem in een goede staat verkeert. Ook een fluctuerend geluid is verdacht en kan duiden op een ventilator die werkt op een onstabiel punt op zijn curve.
De lagers kunnen beluisterd worden met een stethoscoop. Voor een ervaren vakman kan een eenvoudige afgeronde stalen staaf voldoende zijn. De minder ervaren technieker kan heel wat bijleren aan de meegeleverde luister-CD van een elektronische stethoscoop. Op zo'n CD kan men zeer goed het verschil horen tussen lagers waar geen problemen mee zijn en lagers waar iets aan scheelt.
Is de ventilator onderhevig aan trillingen?
Zonder trillingsmeter kun je wederom enkel beroep doen op ervaring en zelfs dan nog blijft voelen natuurlijk subjectief. Met een trillingsmeter worden de overall rms-waardes van de trillingen opgemeten. Deze meting gebeurt het best op een solide plaats zo dicht mogelijk bij het lager, en dit bij voorkeur volgens de 3 richtingen zoals beschreven in de norm ISO 14694.
Een meting op het ventilatorhuis is niet relevant. Het opmeten van de 3 richtingen kan aanwijzingen opleveren voor het vinden van de fout. Een onbalans zal bijvoorbeeld enkel radiaal verhoogde trillingswaardes opleveren terwijl een hogere axiale waarde kan wijzen op een uitlijnfout.
Met een gesofisticeerdere trillingsmeter is het mogelijk een spectrum te meten, wat van belang kan zijn voor het opsporen van een fout. Een trillingspiek op 1x de draaifrequentie kan wijzen op een onbalans of eigenfrequentie. Een extra kleine piek op 2 x de draaifrequentie kan dan weer afkomstig zijn van een excentrische lager, terwijl een hoge piek op 2 en 3 x de draaifrequentie kan wijzen op slechte riemen of uitlijnfouten. Meer uitleg hierover is terug te vinden in de ISO 14964 norm.
Trillingswaarden mm/sec RMS
Situatie | Star | Flexibel |
Normaal | 4,5 | 6,3 |
Alarm | 7,1 | 11,8 |
Shutdown | 9 | 12,5 |
Lees hier deel 2 (Aandachtspunten bij een stilstaande ventilator)