ATEX-groepen en categorieën

In de richtlijn 2014/34/EU worden apparaten onderverdeeld in groepen en categorieën. Almeco bouwt en verkoopt enkel ventilatoren van Groep II, Categorie 2 en Categorie 3.

 

Groep I

Groep II

Categorie M1

Categorie M2

Categorie 1

Categorie 2

Categorie 3

Beschermingsniveau

Zeer hoog

Hoog

Zeer hoog

Hoog

Normaal

Gevaar door mijngas / brandbare stof

Is gevaarlijk

Kan gevaarlijk zijn

 

Gevaar door gas, damp, nevel, stof

 

Voordurend, langduring, dikwijls

Waarschijnlijk

Weinig waarschijnlijk

Vereist veiligheidsniveau

2 onafh. bev. / 2 onafh. stor

Ook bij moeilijke bedrijfsomst.

2 Onafh. Bev. / 2 Onafh Stor.

Ook bij frequente storingen / gekende gebreken

Enkel bij normaal bedrijf

Gebruik

Mijnen & mijninstallaties

Mijnen & mijninstallaties

Gas: Zone 0, 1 & 2

Gas: Zone 1 & 2

Gas: Zone 2

Stof: Zone 20, 21 & 22

Stof: Zone 21 & 22

Stof: zone 22

Groep I

Apparaten van Groep I: bedoeld voor ondergrondse werkzaamheden in mijnen en voor delen van bovengrondse installaties daarvan, waar ten gevolge van mijngas en/of brandbaar stof, gevaar kan heersen.

Apparaten van Groep I zijn onderverdeeld in 2 categorieën, M1 en M2. Almeco vervaardigt / verkoopt geen ventilatoren van deze categorieën.

Groep II

Apparaten van Groep II: Bedoeld voor omgevingen waar explosiegevaar kan aanwezig zijn of ontstaan, andere dan mijninstallaties.

Groep II - Categorie 1

Categorie 1 impliceert dat de ventilator bestemd is voor een omgeving die door de aanwezigheid van mengsels van lucht met gas, damp, nevel of stof/luchtmengsels voortdurend, langdurig of dikwijls explosief is. Almeco vervaardigt/verkoopt geen ventilatoren van deze categorie.

Groep II - Categorie 2

Categorie 2 impliceert dat de ventilator bestemd is voor een omgeving die door de aanwezigheid van gas, damp, nevel of stof/lucht mengsels waarschijnlijk explosief kan worden.

Categorie 2 omvat apparaten die zo zijn ontworpen dat zij overeenkomstig de door de fabrikant vastgestelde bedrijfsparameters kunnen werken en een hoog beschermingsniveau bieden.

De beveiligingsmiddelen bij apparaten van Categorie 2 moeten het vereiste veiligheidsniveau waarborgen, zelfs bij frequente storingen of bij gebreken in de werking van het apparaat waar gewoonlijk mee rekening mee moeten worden gehouden.

Ventilatoren van categorie 2 zijn geschikt om te plaatsen in zone 1 en 21 (ook 2 en 22).

Groep II, Categorie 3

Categorie 3 impliceert dat de ventilator bestemd is voor een omgeving waarin het weinig waarschijnlijk is dat er door de aanwezigheid van gas, damp, nevel of stof/lucht mengsels ontploffingsgevaar heerst en waarin een dergelijk gevaar zich naar alle waarschijnlijkheid slechts zelden voordoet en kort duurt.

Categorie 3 omvat apparaten die zo zijn ontworpen dat zij overeenkomstig de door de fabrikant vastgestelde bedrijfsparameters kunnen werken en een normaal beschermingsniveau bieden.

De apparaten van Categorie 3 waarborgen bij normaal bedrijf het vereiste veiligheidsniveau. Ventilatoren van Categorie 3 zijn geschikt om te plaatsen in zone 2 en 22.